Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Als] Uw woorden [50]gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want [51]ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God der [52]heirscharen! 50. Dat is, zo haast als zij voorhanden waren, mij geopenbaard werden, of mij door uwe openbaring zijn voorgekomen, heb ik hen met groten ijver aangenomen en zeer vlijtiglijk behartigd. Vergelijk Ezech.2:8, en Ezech.3:1,2,3, met de aantekening, en Openb.10:9. 51. Hebreeuws, uw naam is over mij genoemd, of uitgeroepen, dewijl ik uw knecht en profeet ben. Zie boven hfdst.7 vs.10. 52. Zie 1 Kon.18:15.